Vrijdag in Casablanca

Op vrijdag in de sookh van Casablanca
Zwervend van steeg naar steeg
werd mij opeens de weg versperd
door tientallen mannen
knielend in de bocht van zo’n steeg

Hun gebedskleedjes waren klein
Goor als de straat
maar groot genoeg om te knielen
Ongetwijfeld richting Mekka
al stond een hok met kleding in de weg

Ik hield in, ging niet verder
Deed geen schoenen uit,
Knielde niet neer
Maar stond wel tijden stokstil
tegen een muur te reflecteren

Na een laatste Alluh Ahkbar
Loste de groep op als met
vlekverwijderaar
Een man kijkt om
Zoekt mij met z’n ogen
Steekt zijn duim omhoog

Peter Noordhoek

Vermarkt

In geleid meander ben ik soms een ander
aanschouw ik gezwalk buiten schulp
Hoe het mag krioelen in het stenen midden
het geeuwt, het galmt een chaotisch stukje mens
waanzin op een kluitje of een bedje van braaf

Besjerpte onscherpe telgen
trachten neiging te stillen
Strapatsen van de hippe minkukel
mooi is anders dan het was
Laterale klagers lastig op een lijn
vatbaar voor herhaling
Pummels vaag van fors vertoon
het opgesmukt volume van wankelmoedig
De invasieve exoot bestaat keurig
vermoedelijk vrij verdwaald
Verluchte slampamper
bewoont dit decor te grabbel
Duurzame tas met wegwerppak
koud standvastig deurbeslag
patatje pietlut
koffie en een zichtveld

Sfeer geproefd, pak in bak
mooi meander ik
en maak dat ik thuiskom.

Vincent Heidema