De wording van een pianist

Vingers te klein voor een octaaf
 spelen voor moeders oren
 zodat zij glimlacht
Hij wíl niet stoppen
moet doorgaan
opnieuw en weer …
Tot zijn gebalde vuistjes
de piano
doen verstommen

De kinderhanden verdwenen
De vuisten gaven hem
zijn vingers terug
Scherend als vogels
over ‘t weiland
klaar om te landen,
stijgen, landen,…
Opnieuw, doorgaan
weer opnieuw en weer …

Toetsen, kruisen,
mollen, notenbalken
zo vertrouwd en voor altijd
vol geheimen
Na jaren en jaren doorgaan
draagt hij de klanken
verborgen in z’n handen
Klanken als botsende wolken,
ijl als bedauwde boterbloemen

Hij wil weg
Verlangt naar zijn vleugel
Veilig in alleenheid
tussen dove muren
Maar hij staat in de coulissen
Wordt al aangekondigd
De pianist buigt, spreidt zijn handen
en haalt uit wit en zwart de meest
kleurrijke klanken naar boven

Marai Ebben