Laatste rustplaats Inez Meter

Zou ik de stad verlaten, die mij zo diep
geraakt heeft met haar wezen,
die mijn verliezen deelde en mijn vrezen,
mij moederlijk omarmde als ik sliep?

Zou ik de stad verlaten, die mij zo diep
vertrouwd werd in de nachten,
waarin ik pijn met woorden wou verzachten,
haar muren als papier voor wat ik schiep?

Ik ken haar onvolkomenheden;
de ongelijk gelegde klinkers
in de stegen, het ongebreideld zinken
van haar fundament, met water
dat over de kades zwermt, de zotten
op die ene zaterdag, de mortel
die aan oude muren kleeft
als stroopwafelbeslag.

Ik kon de stad niet achterlaten, die mij
omgaf tijdens mijn leven.
Ik rust in Goudse grond en voel het beven
van elke voetstap boven mij.

Roelie Prins