
De Zomerdichters kwamen woensdag 3 september bijeen voor een dichtersbijeenkomst over koekjes. Dit thema werd nog eens aangedikt door een tafel vol thee, chocoladebiscuit, een gemberkoek en, ze zijn er weer, pepernoten.
De gezelligheid spatte er van af, maar de koekjesgedichten werden er niet minder serieus door behandeld.
Hier en daar kon een luchtig gedicht over dit thema niet uitblijven, maar ik wil hier toch Beatrijs even noemen. Zij schreef maar liefst vier gedichten, zo poëtisch en ontroerend. In één woord: schitterend.
Ben trakteerde ons nog op een verzameling gedichten onder de noemer: VAKantie ’25, 23 lummelgedichten. Hij schreef tijdens zijn vaarvakantie elke dag een gedicht. Een bundeltje om heerlijk bij weg te lummelen.
En nu op weg naar de voorbereiding voor de Zomerdichters op woensdag 1 oktober. Het thema luidt dit keer: Verzet. Het kan niet anders dan dat dit thema vanuit vele kanten belicht zal worden.
Koekjes
Ze mijdt ons alsof
we besmettelijk zijn
Dat zijn we niet
We zijn verslavend
Alsof dat zo erg is
Zij vindt van wel
Loopt zelden langs
onze schappen
Wij komen haar
huis haast niet in
Is er een vergadering
dan verdwijnen wij
allemaal in haar mond
en zich generen
absoluut niet
Soms komt ze langs
Dan weten wij
ze krijgt visite
Ze pakt ons op
en legt ons terug
Froufrou?
Te gewoontjes
Meer voor doordeweeks
Bokkenpootjes?
Zo lekker
Met een crèmelaagje
en chocolade
aan twee kanten
Maar die naam. Wie bijt
er nou in een bokkenpoot?
Kletskopjes?
In één pakje een
heleboel kletsjes
Toch maar niet
Er wordt al te veel gekletst
Ze gaat voor ons, de macarons
met pastelkleurtjes die zo
fleurig kleuren bij haar jurk
Een zalig dubbelkoekje
Voor ieder minstens twee
Maar, als de gasten arriveren
zijn wij al onderweg
naar een drolletje
Marai