Reizigers zijn wij
in deze wereld, geen bewoners
Wij houden even halt
bij de muur waarop dit staat
Erasmus gaat al eeuwen mee
Oh, laat ons ook voortbestaan
in taal en teken, in gelaat en in gebaar
dichters zijn we, en we reizen
door de straten van de stad
er gaat iets aan, een anders kijken
we kijken omhoog
we reizen terug naar jaartallen
die stenen sieren in de gevels
we lezen op de muren regels
we kijken omlaag
we zien wat opkomt uit het asfalt,
tussen klinkers, tussen tegels
uit de diepte van de aarde
we zwerven verder door de straten
zien de deuren en de vensters
zien de flarden van de levens
taferelen vol van waarde
reizigers zijn wij
langs het water, ja het water
dat al zoveel eeuwen stroomt
en na ons verder stromen zal
wij delven, delven, delven goud
wij zoeken, proeven, vinden woorden
die we laten incuberen
spinnen daarmee nieuwe draden
uit wat wij met zorg vergaarden
wij komen dichter bij de stad
wij komen dichter bij elkaar
wij komen dichter bij onszelf
Oh, laat ons ook voortbestaan
in taal en teken, in gelaat en in gebaar
Karen de Boer